Vertalingen bewachen DE>NL
I bewachen
werkw.
beobachten, um zu verhindern, dass etw. Verbotenes geschieht -
bewaken ein bewachter Parkplatz - een bewaakte parkeerplaats Die Grenze wird streng bewacht. - De grens wordt streng bewaakt. |
II die Bewachung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bəˈvaxʊŋ] |
Verbuigingen: | Bewachung , Bewachungen |
1) deel van de uitdrukking: bewaking jemanden unter Bewachung stellen - iemand onder bewaking plaatsen |
2) deel van de uitdrukking: bewaking die Bewachung verstärken - de bewaking uitbreiden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bewachen (ww.) | bewaken (ww.) ; patrouilleren (ww.) ; surveilleren (ww.) ; toezicht houden (ww.) ; toezien (ww.) ; toezien op (ww.) ; waken (ww.) ; wakker blijven (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bewachen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: achten aufDE: achtgebenDE: auf StreifegehenDE: aufpassenDE: aufpassen aufDE: Aufsicht führen überDE: beaufsichtigenDE: hütenDE: im Auge behaltenDE: inspizieren