bewältigen - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen bewältigen DE>NL

I bewältigen

werkw.

Uitspraak:

1) mit Erfolg hinter sich bringen - beheersen , onder de knie krijgen , oplossen , verwerken

Sie hat selbst schwierige Situationen erfolgreich bewältigt. - Zij heeft zelf haar moeilijke situatie succesvol opgelost.

2) psychisch verarbeiten - verwerken

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bəˈvɛltɪ gʊŋ]
Verbuigingen:	Bewältigung , Bewältigungen

deel van de uitdrukking: beheersing

die Bewältigung einer Krise - de beheersing van een crisis
Vergangenheitsbewältigung - verwerking van het verleden

Overige bronnen

bewältigen (ww.)	bolwerken (ww.)
bewältigen	aankunnen

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `bewältigen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: auflösen
DE: erwirken
DE: fertigbringen
DE: gewachsen sein
DE: jmdmè ebenbürtig sein
DE: klären
DE: lösen
DE: meistern
DE: mit jmdmè fertig werden können
DE: überwinden