Vertaal
Naar andere talen: • Besteck > ENBesteck > ESBesteck > FR
Vertalingen Besteck DE>NL

der Besteck

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈʃtɛk]
Verbuigingen:  Besteck(e)s , Bestecke

1) die Geräte, mit denen man isst: Messer, Gabel, Löffel - bestek
Sie legte ihr Besteck weg. - Zij legde haar bestek weg.

2) Instrumente eines Arztes - instrumenten
das OP-Besteck - de instrumenten voor de operatiekamer

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Besteckhet bestek ; het couvert ; het eetgerei
Besteck instrumententas
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Besteck`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Eßbesteck
DE: Eßgeschirr
DE: Gedeck
DE: Service
DE: Silberbesteck
DE: Tafelbesteck
DE: Tafelgeschirr
DE: Tafelservice
DE: Tafelsilber