Vertalingen besiegeln DE>NL
besiegeln (ww.) | bekrachtigen (ww.) ; bevestigen (ww.) ; bezegelen (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; homologeren (ww.) ; van zegel voorzien (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `besiegeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: beglaubigen