1. MWB
  2. Vertalen
  3. bedrohen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • bedrohen > EN • bedrohen > ES • bedrohen > FR
Vertalingen bedrohen DE>NL

I bedrohen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈdroːən]

1) jemanden einzuschüchtern versuchen - bedreigen
sich von jemandem bedroht fühlen - zich door iemand bedreigt voelen

2) eine Gefahr für jemanden / etw. darstellen - bedreigen
vom Aussterben bedrohte Arten - voor uitsterven bedreigde soorten
Das Land ist von einer Hungersnot bedroht. - Het land wordt door hongersnood bedreigt.


II bedrohlich

bijv.naamw.
Uitspraak:  [bəˈdroːlɪç]

deel van de uitdrukking: bedreigend
Die Verschuldung nimmt bedrohliche Ausmaße an. - De schuldenlast neemt bedreigend toe.


III die Bedrohung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈdroːʊŋ]
Verbuigingen:  Bedrohung , Bedrohungen

deel van de uitdrukking: bedreiging

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bedrohen (ww.) bedreigen (ww.) ; dreigen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `bedrohen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bedrängen
DE: erpressen