Vertaal
Naar andere talen: • bebauen > ENbebauen > ESbebauen > FR
Vertalingen bebauen DE>NL

I bebauen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈbauən]

1) Gebäude darauf errichten - bebouwen
bebaute Grundstücke - bebouwde percelen
Das Ufer ist dicht bebaut. - De oever is dicht bebouwd.

2) zum Anbau von Pflanzen nutzen - verbouwen
mit Kartoffeln bebaute Flächen - met aardappels verbouwde vlakten


II die Bebauung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈbauʊŋ]
Verbuigingen:  Bebauung

deel van de uitdrukking: bebouwing
Eine Bebauung des Grundstücks ist vorerst nicht vorgesehen. - Bebouwing van de percelen is vooralsnog niet voorzien.
einen Bebauungsplan vorlegen - een bouwplan voorleggen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bebauen (ww.) bebouwen (ww.)
bebauen bebouwen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bebauen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: an etwas arbeiten
DE: bearbeiten
DE: bestellen
DE: in Kultur nehmen
DE: kultivieren
DE: roden
DE: urbar machen
DE: über etwas arbeiten