Vertalingen auswaschen DE>NL
auswaschen (ww.) | bleek worden (ww.) ; omspoelen met water (ww.) ; tanen (ww.) ; uitspoelen (ww.) ; uitwassen (ww.) ; verbleken (ww.) ; vervagen (ww.) ; wit wegtrekken (ww.) |
Auswaschen | uitregenen ; uitschuren ; uitslijpen ; uitspoelen ; uitspoeling ; uitwassen ; wegspoeling |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `auswaschen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: auswachsenDE: bleichenDE: erblassenDE: erbleichenDE: verblassen