1. MWB
  2. Vertalen
  3. ausschauen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • ausschauen > EN • ausschauen > ES • ausschauen > FR
Vertalingen ausschauen DE>NL

ausschauen

werkw.
Uitspraak:  [ˈausʃauən]

deel van de uitdrukking:

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ausschauen (ww.) er uitzien (ww.) ; ogen (ww.) ; oppassen voor gevaar (ww.) ; uitkijken (ww.) ; uitkijken naar (ww.) ; zich verheugen op (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ausschauen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auf die Gefahr aufpassen
DE: aussehen
DE: gut aussehen
DE: scheinen
DE: schlecht aussehen
DE: sich ergeben
DE: sich freuen auf etwas