1. MWB
  2. Vertalen
  3. aufklären (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • aufklären > EN • aufklären > ES • aufklären > FR
Vertalingen aufklären DE>NL

aufklären

werkw.
Uitspraak:  [ˈaufklɛːrən]

1) herausfinden, wie und warum etw. geschehen ist - ophelderen

2) richtigstellen, Klarheit bringen - ophelderen
Sie hat mich mit ihm verwechselt, aber ich konnte das aufklären. - Zij had mij verwisseld met hem, maar dat kon ik oplossen.

3) klar, verständlich werden - oplossen, ophelderen
Die Sache wird sich bestimmt bald aufklären. - Deze zaak wordt beslist snel opgelost.

4) einem Kind oder Jugendlichem Wissen über Sexualität vermitteln - voorlichten
Sie wurde schon früh aufgeklärt. - Zij kreeg al jong seksuele voorlichting.

5) jemandem Informationen über etw. geben - informeren
einen Angeklagten über seine Rechte aufklären - een aangeklaagde informeren over zijn rechten

6) deel van de uitdrukking:
uitdrukking der Himmel / das Wetter / es klärt sich auf

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aufklären (ww.) nader verklaren (ww.) ; zeggen (ww.) ; wolken verdwijnen (ww.) ; wijzen (ww.) ; verklaren (ww.) ; verhelderen (ww.) ; verduidelijken (ww.) ; uitleggen (ww.) ; uiteenzetten (ww.) ; toelichten (ww.) ; reinigen (ww.) ; opruimen (ww.) ; opklaren (ww.) ; louteren (ww.) ; kuisen (ww.) ; klaren (ww.) ; kennisgeven van (ww.) ; informeren (ww.) ; bewust maken (ww.) ; belichten (ww.) ; begrijpelijk maken (ww.) ; attenderen (ww.) ; afruimen (ww.) ; accentueren (ww.)
aufklären inlichten
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufklären`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: sich aufheitern
DE: sich aufhellen
DE: sich aufklären
DE: sich erhellen
DE: sich erleuchten

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: aufgeklärt NL: (geestelijk) verlicht