Vertaal
Vertalingen aufgeschlossen DE>NL

I aufgeschlossen

bijv.naamw.
Uitspraak:  aufgəʃlɔsən]

offen und interessiert - interesseert
für die Sorgen anderer aufgeschlossen sein - geïnteresseerd zijn in problemen van een ander


II aufgeschlossen

bijwoord

deel van de uitdrukking: geïnteresseerd
einer neuen Entwicklung aufgeschlossen gegenüberstehen - geïnteresseerd zijn in nieuwe ontwikkelingen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aufgeschlossen benaderbaar ; genaakbaar ; ingehaald ; ontvankelijk (bnw.) ; open ; openstaand ; toegankelijk ; vatbaar ; voorbij gestreefd ; laagdrempelig
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufgeschlossen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: eingeholt
DE: empfänglich
DE: frei
DE: gesellig
DE: gesprächig
DE: kommunikativ
DE: mitteilsam
DE: offen
DE: umgänglich
DE: vorbeigefahren