Vertalingen aufgelöst DE>NL
aufgelöst | geliquideerd ; geschokt ; losgemaakt ; ontbonden ; ontredderd ; ontzet ; opgeheven ; opgelost ; uiteengegaan ; uiteengevallen ; van streek |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `aufgelöst`

Voorbeeldzinnen laden....