Vertalingen ansässig DE>NL
ansässig
bijv.naamw.
in einem Ort, Land usw. wohnend oder Firmengebäude habend -
gevestigd | ein in Berlin ansässiges Unternehmen - een in Berlin gevestigde onderneming |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| ansässig | gedomicilieerd ; gesetteld ; gevestigd ; gezeten ; woonachtig ; zetelend |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ansässig`
Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
ansässig machen
NL: zich metterwoon vestigen
