Vertalingen Anstürmen DE>NL
anstürmen (ww.) | aanstormen (ww.) ; aanvallen (ww.) ; afstormen op (ww.) ; attaqueren (ww.) ; bestormen (ww.) ; overvallen (ww.) |
das Anstürmen | de runs ; het stormlopen |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Anstürmen`

Voorbeeldzinnen laden....