Vertaal
Naar andere talen: • anfliegen > ENanfliegen > ESanfliegen > FR
Vertalingen anfliegen DE>NL
anfliegen (ww.) aanvliegen (ww.) ; naderen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anfliegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: zufliegen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: es kommt ihm angeflogen NL: het komt hem aangewaaid