1. MWB
  2. Vertalen
  3. alarmieren (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • alarmieren > EN • alarmieren > ES • alarmieren > FR
Vertalingen alarmieren DE>NL

alarmieren

werkw.
Uitspraak:  [alarˈmiːrən]

1) zu Hilfe rufen - alarmeren
Wurde schon der Notarzt alarmiert? - Is de noodarts al gealarmeerd?

2) warnen - waarschuwen

3) in Aufregung versetzen - verontrusten
Die Krise hat alarmierende Ausmaße angenommen. - De crisis is alarmerend groot geworden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
alarmieren (ww.) alarmeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `alarmieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufschrecken
DE: beunruhigen
DE: einen Schrecken einflößen
DE: einen Schrecken einjagen
DE: erschrecken
DE: hochschrecken
DE: in Schrecken versetzen