Vertalingen Absicht DE>NL
die Absicht
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈapzɪçt] |
Verbuigingen: | Absicht , Absichten |
1) der Wille, etw. in der Zukunft zu tun -
plan An guten Absichten fehlt es nicht. - Aan goede wil ontbreekt het niet. Sie haben die Absicht, ein Haus zu bauen. - U bent van plan om een huis te bouwen. |
2) eine bewusst ausgeführte Tat, der eine Entscheidung vorausgegangen ist -
opzet Entschuldigung, das war keine Absicht! - Excuses, dat deed ik niet expres! |
mit Absicht (=) - met opzet
|
ohne Absicht (=) - zonder opzet
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Absicht | de bedoeling ; bekommernis (znw.) ; doel bij voetbalwedstrijd (znw.) ; het doelwit ; de goal (m) ; de intentie (v) ; de mening (v) ; de moedwil (m) ; het oogmerk ; de opinie (v) ; de opzet (m) ; de overtuiging (v) ; de plan ; de toeleg (m) ; het voornemen |
Absicht | beleidsvoornemen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Absicht`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnschauungDE: AnschauungsweiseDE: ansichtDE: AugenmerkDE: BestrebenDE: DenkweiseDE: EndzielDE: EndzweckDE: EntscheidungDE: GlaubeUitdrukkingen en gezegdes
DE: die
Absicht haben
NL: van plan zijnDE: mit
Absicht
NL: opzettelijkDE: ohne
Absicht
NL: onopzettelijkDE: sie haben noch keine
Absichten
NL: ze hebben nog geen trouwplannen