1. MWB
  2. Vertalen
  3. abdrücken (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • abdrücken > EN • abdrücken > ES • abdrücken > FR
Vertalingen abdrücken DE>NL

abdrücken

werkw.
Uitspraak:  [ˈapdrʏkən]

1) einen Schuss mit einer Pistole o. Ä. abgeben - overhalen
Ehe er abdrücken konnte, wurde er selbst getroffen. - Voordat hij de trekker kon overhalen, werd hij zelf getroffen.

2) eine Spur hinterlassen - spoor achterlaten
Das Reifenprofil hatte sich in der weichen Erde deutlich abgedrückt. - Het profiel van de band had in het zachte zand een duidelijke afdruk achtergelaten.

3) mit den Füßen gegen etw. drücken, um abzuspringen, loszufliegen o. Ä. - springen
Sie drückte sich mit beiden Beinen vom Beckenrand ab. - Zij zette zich met beide benen aan de rand van het zwembad af.

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemandem die Luft / die Kehle abdrücken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abdrücken (ww.) afdrukken (ww.) ; trekker overhalen (ww.) ; vuren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abdrücken`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Angst wollte der Mutter das Herz abdrücken NL: het hart van de moeder stond bijna stil van angst
DE: sich abdrücken NL: z. uit de voeten maken NL: z. (als afdruk) aftekenen