Vertaal
Naar andere talen: • abführen > ENabführen > ESabführen > FR
Vertalingen abführen DE>NL

abführen

werkw.
Uitspraak:  apfyːrən]

1) verhaften und wegbringen - afvoeren
Der Verdächtige wurde in Handschellen abgeführt. - De verdachte werd gehandboeid afgevoerd.

2) an eine Behörde o. Ä. zahlen - betalen
Die Lohnsteuer wird direkt an das Finanzamt abgeführt. - De loonbelasting wordt direct aan de belastingdienst betaald.

3) Stuhlgang herbeiführen medisch - laxerend
Das Mittel führt schonend ab. - Dat middel werkt laxerend.

4) in eine andere Richtung führen - afslaan, afbuigen
Nach 500 m führt der Radweg von der Straße ab. - Over 500m buigt het fietspad van de straat af.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abführen (ww.) afvoeren (ww.) ; wegdragen (ww.)
das Abführenhet laxeren ; het lozen ; het purgeren ; het spuien ; het wegleiden
abführen lozen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `abführen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abtransportieren
DE: deportieren
DE: fortbringen
DE: fortführen
DE: wegbringen
DE: wegführen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen abführen NL: ook: iemand van repliek dienen, op z'n nummer zetten
DE: Gemüse führt ab NL: groente werkt laxerend