Vertalingen Zeitung DE>NL
die Zeitung
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʦaitʊŋ] |
| Verbuigingen: | Zeitung , Zeitungen |
1) große gefaltete Blätter, in denen meist täglich aktuelle Inhalte veröffentlicht werden -
krant Er liest Zeitung. - Hij leest de krant.
Gestern stand in der Zeitung, dass … - Gisteren stond in de krant dat ... |
2) Unternehmen, das eine Zeitung herausgibt -
krant Sie arbeitet bei einer Zeitung. - Zij werkt bij een krant.
Für welche Zeitung schreiben Sie? - Voor welke krant schrijft u? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| die Zeitung | courant (znw.) ; het dagblad ; gazet (znw.) ; de kond (v) ; de krant (v) ; de nieuwsblad |
| Zeitung | courant ; dagblad ; krant |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `Zeitung`
Voorbeeldzinnen laden....
