Vertaal
Naar andere talen: • Zelten > ENZelten > ESZelten > FR
Vertalingen Zelten DE>NL

zelten

werkw.
Uitspraak:  [ˈʦɛltən]

im Urlaub vorübergehend im Zelt wohnen - kamperen
Im Urlaub wollen sie zelten. - Op vakantie willen zij gaan kamperen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zelten (ww.) legeren (ww.)
das Zeltenhet kamperen
Zelten bivak ; bivakkeren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Zelten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: biwakieren
DE: einnisten
DE: einquartieren
DE: kampieren
DE: lagern
DE: seine Zelte aufschlagen