Vertalingen Wohngemeinschaft DE>NL
die Wohngemeinschaft
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈvoːngəmainʃaft] |
| Verbuigingen: | Wohngemeinschaft , Wohngemeinschaften |
Personen, die zusammen wohnen, ohne eine Familie oder ein Liebespaar zu sein -
woongemeenschap | in einer Wohngemeinschaft leben - in een woongemeenschap leven |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| die Wohngemeinschaft | de commune (m) ; de leefeenheid (v) ; de leefgemeenschap (v) ; de wooneenheid (v) ; de woongemeenschap (v) ; de woongroep |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Wohngemeinschaft`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Lebensgemeinschaft
