Vertalingen verpassen DE>NL
verpassen
werkw.
1) nicht zur rechten Zeit irgendwohin kommen -
missen , te laat zijn Sie hat den Zug knapp verpasst. - Hij was net te laat voor de trein. |
2) etw. nicht nutzen -
missen Sie hat ihre letzte Chance verpasst. - Zij heeft haar laatste kans voorbij laten gaan. |
3) jemandem (etw. Unangenehmes) geben -
geven Der Arzt verpasste mir eine Spritze in den Arm. - De dokter gaf me een injectie in mijn arm. Beim letzten Spiel bekamen wir eine Niederlage verpasst. - Bij de laatste wedstrijd kregen we een nederlaag om ons oren. |
jemandem eins / eine verpassen (=jemanden schlagen) - slaan
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verpassen (ww.) | iets mislopen (ww.) ; mislopen (ww.) ; missen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verpassen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: die Gelegenheit
verpassen
NL: de gelegenheid voorbij laten gaanDE: einem eine Beschäftigung
verpassen
NL: (spreektaal) iemand een baantje aansmerenDE: einem eine Ohrfeige
verpassen
NL: (spreektaal) iemand een oorvijg geven