Vertalingen Versäumen DE>NL
I versäumen
werkw.
1) verpassen -
verzuimen den richtigen Zeitpunkt für etw. versäumen - het juiste tijdstip voor iets missen Keine Sorge, du hast nichts Wichtiges versäumt. - Geen paniek, je hebt niet belangrijks gemist. |
2) nicht tun, was man tun sollte -
verzuimen Sie hatte (es) versäumt, das Auto abzuschließen. - Zij heeft verzuimd (om) haar auto af te sluiten. Versäumtes nachholen - het verzuimde inhalen |
II das Versäumnis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fɛɐˈzɔymnɪs] |
Verbuigingen: | Versäumnisses , Versäumnisse |
deel van de uitdrukking: verzuim den Behörden schwere Versäumnisse vorwerfen - de autoriteiten nalatigheid verwijten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
versäumen (ww.) | afwezig zijn (ww.) ; mankeren (ww.) ; ontbreken (ww.) ; verzaken (ww.) ; verzuimen (ww.) |
Versäumen | afronden ; zomen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `Versäumen`

Voorbeeldzinnen laden....