Vertalingen Unpäßlichkeit DE>NL
die Unpäßlichkeit | de akeligheid (v) ; de beroerdheid (v) ; de ellendigheid (v) ; de misselijkheid (v) ; de ongesteldheid (v) ; de onpasselijkheid (v) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Unpäßlichkeit`

Voorbeeldzinnen laden....