Vertaal
Naar andere talen: • Tränken > ENTränken > ESTränken > FR
Vertalingen Tränken DE>NL

tränken

werkw.
Uitspraak:  [ˈtrɛŋkən]

1) zu trinken geben - drenken
Sie machten Rast und tränkten die Pferde. - Zij pauzeerden en drenkten de paarden.

2) mit einer Flüssigkeit vollsaugen lassen - doordrenken
einen Tortenboden mit Rum tränken - een taartbodem doordrenken met rum

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tränken (ww.) drenken (ww.)
das Tränkenhet indompelen ; het indopen
Tränken dompelen ; drenken ; drenking ; impregneren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Tränken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: durchnässen
DE: einstippen in
DE: eintauchen in
DE: eintunken in
DE: imprägnieren
DE: naß machen
DE: nässen
DE: tauchen in