Vertalingen Tränken DE>NL
tränken
werkw.
1) zu trinken geben -
drenken Sie machten Rast und tränkten die Pferde. - Zij pauzeerden en drenkten de paarden. |
2) mit einer Flüssigkeit vollsaugen lassen -
doordrenken einen Tortenboden mit Rum tränken - een taartbodem doordrenken met rum |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tränken (ww.) | drenken (ww.) |
das Tränken | het indompelen ; het indopen |
Tränken | dompelen ; drenken ; drenking ; impregneren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Tränken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: durchnässenDE: einstippen inDE: eintauchen inDE: eintunken inDE: imprägnierenDE: naß machenDE: nässenDE: tauchen in