1. MWB
  2. Vertalen
  3. Trost (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Trost > EN • Trost > ES • Trost > FR
Vertalingen Trost DE>NL

der Trost

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [troːst]
Verbuigingen:  Trost(e)s

1) etw., das jemanden tröstet - troost
jemandem Trost zusprechen / spenden - iemand troostend toespreken / iemand troosten
Die Kinder sind mein einziger Trost. - De kinderen zijn mijn enige troost.
uitdrukking zum Trost

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking nicht (ganz / recht) bei Trost sein

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Trosthet soelaas ; het solaas ; de troost (m) ; troosting (znw.) ; de vertroosting (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Trost`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Aushilfe
DE: Erleichterung
DE: Lichtblick
DE: Linderung
DE: Tröstung
DE: Vertröstung
DE: Zusprache
DE: Zuspruch

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: zum Trost gereichen NL: een troost zijn
DE: nicht bei Troste sein NL: niet goed snik zijn