Vertalingen Traum DE>NL
der Traum
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [traum] |
| Verbuigingen: | Traum(e)s , Träume |
1) Bilder, die man im Schlaf sieht -
droom Das Kind hat einen schlechten Traum gehabt. - Het kind heeft een slechte droom gehad.
Im Traum erschien ihm sein verstorbener Vater. - In zijn droom verscheen zijn overleden vader. |
 Das fällt mir nicht im Traum ein!
(=das mache ich bestimmt nicht) - alleen in je dromen!
|
2) starker, sehnsüchtiger Wunsch -
droom Mein größter Traum wäre eine Rundreise durch Australien. - Mijn grootste droom zou een rondreis door Australië zijn.
Alle ihre Träume schienen in Erfüllung zu gehen. - Al haar dromen leken te worden vervuld. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Traum`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AlptraumDE: Angsttraum
