Vertalingen Trainer DE>NL
der Trainer
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈtrɛːnɐ] |
Verbuigingen: | Trainers , Trainer |
die Trainerin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈtrɛːnərɪn] |
Verbuigingen: | Trainerin , Trainerinnen |
jd, der Sportler ausbildet sport -
trainer Sie ist Trainerin der Handballmannschaft. - Zij is trainer van een handbalteam. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Trainer | de coach (m) ; de dressuur (v) ; de oefenmeester (m) ; paardendresseur (znw.) ; de trainer (m) ; de trainster (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Trainer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Dresseur