1. MWB
  2. Vertalen
  3. Tor (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Tor > EN • Tor > ES • Tor > FR
Vertalingen Tor DE>NL

das Tor

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [toːɐ]
Verbuigingen:  Tor(e)s , Tore

1) Gestell aus Pfosten mit einem Netz, in das man mit dem Ball o. Ä. treffen muss sport - doel
Wer steht im Tor? - Wie staat er in het doel?

2) Treffer ins Tor sport - doelpunt
ein Tor schießen - een doelpunt scoren

3) eine Art große Tür als Zugang zu einem Gebäude, Grundstück oder Gelände - poort
Die Stadt öffnete dem Sieger ihre Tore. - De stad opende voor de overwinnaar haar poorten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Torde mafketel ; de mafkees ; de dwaas (m)
das Torde hofnar (m) ; de treffer (m) ; de toegangspoort ; de poort, doelpunt ; de poort ; de pias (m) ; de onbenul ; de nar (m) ; mallerd (znw.) ; de krankzinnige ; grote deur (znw.) ; de goal ; de geesteszieke ; de dolleman (m) ; de doeltrap (m) ; het doelpunt ; het doel
Tor deur ; poort ; klemmenpaar ; invoeruitvoerverbinding ; inrijpoort ; doorgang
Bronnen: interglot; MWB; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.; cibg.be


Voorbeeldzinnen met `Tor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Armleuchter
DE: Ast
DE: Dumme
DE: dummer August
DE: Dummkopf
DE: Dussel
DE: Einfallspinsel
DE: Eingangstor
DE: Esel
DE: Geck