Vertalingen Toilette DE>NL
die Toilette
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [toaˈlɛtə] |
Verbuigingen: | Toilette , Toiletten |
1) Becken, auf das man sich setzt, wenn man Blase oder Darm entleeren muss -
toilet Bitte werfen Sie keine Abfälle in die Toilette. - Gooit u alstublieft geen afval in het toilet. Die Toilette ist verstopft. - Het toilet is verstopt. Toilettenspülung - toiletspoeling |
2) Raum mit einer oder mehreren Toiletten -
toilet Er ist gerade auf die Toilette gegangen. - Hij is net naar het toilet gegaan. Gibt es hier in der Nähe eine öffentliche Toilette? - Is er hier in de buurt een openbaar toilet? Damen- / Herrentoiletten - dames- / herentoiletten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Toilette | het closet ; de latrine (v) ; de plee (m) ; het toilet ; de WC (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Toilette`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbendkleidDE: CocktailkleidDE: DamenkleidDE: KleidDE: KloDE: KlosettDE: KostümDE: RobeDE: WasserklosettDE: WC