Vertalingen tanken DE>NL
tanken
werkw.
1) in den Tank füllen -
tanken Wir müssen bald tanken. - Wij moeten bijna tanken. Ich kann jetzt nur für 20 Euro tanken. - Ik kan nu maar voor € 20,00 tanken. |
2) etw., das man physisch vermisst, wieder bekommen -
tanken ordentlich getankt haben (=betrunken sein) - hij heeft veel gezopen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tanken (ww.) | tanken (ww.) ; vol maken (ww.) |
tanken | tanken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `tanken`

Voorbeeldzinnen laden....