Turnen - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • Turnen > EN • Turnen > ES • Turnen > FR

Vertalingen Turnen DE>NL

I turnen

werkw.

Uitspraak:

[ˈtʊrnən]

1) sportliche Übungen an Geräten wie Barren, Reck usw. oder am Boden machen ^sport - turnen

Sie turnte am Schwebebalken. - Zij turnt op de evenwichtsbalk.

2) in der Schule Sportunterricht haben - gymen

zelfst.naamw.

Verbuigingen:

Turnens

1) deel van de uitdrukking: turnen

die Weltmeisterschaften im Turnen - de wereldkampioenschappen turnen
Turngerät - turntoestel
Turnübung - turnoefening

2) deel van de uitdrukking: gymmen

Sie hat eine Eins in Turnen. - Zij heeft een 10 voor gym.
Turnsachen - gymspullen

Overige bronnen

das Turnen	de gymnastiek (v) ; het turnen
Turnen	gymnastiek

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Turnen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Alpinismus
DE: Alpinistik
DE: Autosport
DE: Denksport
DE: Einzelsport
DE: Gymnastik
DE: Hallensport
DE: Individualsport
DE: Kampfsport
DE: Leibesübungen