Vertalingen Turm DE>NL
der Turm
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tʊrm] |
Verbuigingen: | Turm(e)s , Türme |
1) schmales, hoch aufragendes Gebäude -
toren Der Kirchturm überragt das ganze Dorf. - De kerktoren steekt boven het hele dorp uit. Funkturm - zendmast |
2) Schachfigur, die beliebig weit geradeaus ziehen darf -
toren © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Turm | de toren (m) ; het torentje |
Turm | kolom ; pyloon ; toren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Turm`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: GlockenturmDE: KirchturmDE: SpitzeDE: TurmspitzeDE: Türmchen