Surfbrett - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Surfbrett DE>NL

I das Surfbrett

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈsøːɐfbrɛt]
Verbuigingen:	Surfbrett(e)s , Surfbretter

1) Brett mit Segel, auf das man sich stellt, um übers Wasser zu gleiten - surfplank

2) Brett, auf das man sich stellt, um mit einer Welle in Richtung Strand zu gleiten - surfplank

werkw.

Uitspraak:

[ˈsøːɐfən]

1) deel van de uitdrukking: windsurfen

2) deel van de uitdrukking: surfen

3) im Internet verschiedene Seiten aufrufen und ansehen - surfen

Overige bronnen

das Surfbrett

de surfplank ; de zeilplank

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `Surfbrett`

Voorbeeldzinnen laden....