Vertalingen Stutzer DE>NL
der Stutzer | boomknoesten (znw.) ; dandies (znw.) ; het fatje ; de fatten ; het heertje ; de hofnar (m) ; iem. die snoeit (znw.) ; de knoesten ; de kwasten ; de kwibussen ; de nar (m) ; de snoeier (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Stutzer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AstDE: DandiesDE: DutteDE: GeckDE: HanswurstDE: IrrsinnigeDE: KerlDE: KnorrenDE: NarrDE: Narr am Hoff