Vertalingen sprengen DE>NL
sprengen
werkw.
1) mit Sprengstoffen zerstören -
opblazen Er drohte, sich mit den Geiseln in die Luft zu sprengen. - Hij dreigde om zich samen met de gijzelaars op te blazen. |
2) mithilfe von Sprengstoffen entstehen lassen -
opblazen einen Tunnel in den Berg sprengen - een tunnel aanleggen met behulp van explosieven |
3) durch Druck gewaltsam öffnen, auseinanderreißen -
opblazen Das gefrierende Wasser hat die Flasche gesprengt. - Door het bevroren water is de fles gesprongen. |
etw. sprengt das Budget / den Rahmen / ... (=etw. überschreitet das Budget / den vorgesehenen Rahmen / ...) - gaat het budget te boven
|
4) mit Wasser nass spritzen -
besproeien © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sprengen (ww.) | besprenkelen (ww.) ; laten exploderen (ww.) ; opblazen (ww.) ; sprenkelen (ww.) |
sprengen | dynamiteren ; een rotsblok slopen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sprengen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anfeuchtenDE: aufbrechenDE: aufknackenDE: befeuchtenDE: begießenDE: benetzenDE: besprengenDE: besprenkelnDE: bespritzenDE: besprühenUitdrukkingen en gezegdes
DE: ein Schloß
sprengen
NL: een slot forcerenDE: die Bank
sprengen
NL: de bank doen springenDE: eine Versammlung
sprengen
NL: een vergadering uiteenjagenDE: die Fesseln
sprengen
NL: de boeien verbreken