Vertaal
Naar andere talen: • Spleißen > ENSpleißen > ESSpleißen > FR
Vertalingen Spleißen DE>NL
spleißen (ww.) klieven (ww.) ; uitsplitsen (ww.) ; uiteensplijten (ww.) ; uiteengaan (ww.) ; splitsen (ww.) ; splijten (ww.) ; scheiden (ww.) ; loskoppelen (ww.) ; kloven (ww.) ; doormidden hakken (ww.) ; doorklieven (ww.) ; doorhouwen (ww.) ; doorhakken (ww.)
Spleißen kabelsplitsing ; splitsen ; splicing ; lassen ; knippen en plakken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Spleißen`
Voorbeeldzinnen laden....