Vertalingen Spektakel DE>NL
I der Spektakel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃpɛkˈtaːkəl] |
Verbuigingen: | Spektakels , Spektakel |
1) deel van de uitdrukking: lawaai Macht doch nicht so einen Spektakel, Kinder! - Kinderen , maak toch niet zo'n lawaai! |
2) laute Auseinandersetzung -
ruzie Es gab einen fürchterlichen Spektakel. - Er was een verschrikkelijke ruzie. |
II das Spektakel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃpɛkˈtaːkəl] |
Verbuigingen: | Spektakels , Spektakel |
interessantes, aufregendes Ereignis -
spektakel Der Vulkanausbruch war ein beeindruckendes Spektakel. - De uitbraak van de vulkaan gaf een indrukwekkend spektakel. |
III spektakulär
bijv.naamw.
Uitspraak: | [ʃpɛktakuˈlɛːɐ] |
deel van de uitdrukking: spectaculair ein spektakulärer Erfolg - een spectaculair succes |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Spektakel | het gedruis ; het geschreeuw ; het kabaal ; misbaar (znw.) ; het schouwspel ; het spektakelstuk |
das Spektakel | het spektakel |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Spektakel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnprallDE: AufruhrDE: AuseinandersetzungDE: BetriebDE: BetriebsamkeitDE: DiskussionDE: EmsigkeitDE: GefechtDE: GeheulDE: Gekreisch