1. MWB
  2. Vertalen
  3. Spaßvogel (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Spaßvogel > EN • Spaßvogel > ES • Spaßvogel > FR
Vertalingen Spaßvogel DE>NL

der Spaßvogel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʃpaːsfoːgəl]
Verbuigingen:  Spaßvogels , Spaßvögel

jd, der andere gern mit Scherzen unterhält - grapjas

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Spaßvogelde aansteller (m) ; de grapjas ; de grappenmaker (m) ; de komediant (m) ; de komediespeler (m) ; de lolbroek ; mallerd (znw.) ; de onbenul ; de pias (m) ; de snaken
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Spaßvogel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Clown
DE: Humorist
DE: Komiker
DE: Narr
DE: Spaßmacher
DE: Witzbold