1. MWB
  2. Vertalen
  3. Schaf (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Schaf > EN • Schaf > ES • Schaf > FR
Vertalingen Schaf DE>NL

das Schaf

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ʃaːf]
Verbuigingen:  Schaf(e)s , Schafe

Haustier, aus dessen Fell Wolle hergestellt wird dierkunde - schaap
Schaffell - schapenvel
Schafherde - kudde schapen
Schafskäse - schapenkaas
uitdrukking das schwarze Schaf sein
uitdrukking seine Schäfchen ins Trockene bringen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Schaf onnozele kerel (znw.) ; het uilskuiken ; de uilenbal (m) ; de uil (m) ; de sukkel (m) ; de sufferd (m) ; de stommeling (m) ; simpele ziel (znw.) ; schapen (p) ; de schaapskop (m) ; de schaap ; onnozole hals (znw.) ; onnozele (znw.) ; de onnozelaar (m) ; de onbenul ; de minkukel (m) ; idioot (znw.) ; dwaas (znw.) ; de dommerik (m) ; de achterlijke
Schaf ooi ; schapeleer ; schaap ; ram
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Schaf`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Armleuchter
DE: Dumme
DE: dummer August
DE: Dummkopf
DE: Dussel
DE: Esel
DE: Geck
DE: Hanswurst
DE: Idiot
DE: Irre