Vertalingen Schütten DE>NL
schütten
werkw.
1) etw. aus einem Gefäß irgendwohin fallen oder fließen lassen -
gieten einen Eimer Wasser ins Feuer schütten - een emmer water in het vuur gooien Mehl aus der Tüte in eine Schüssel schütten - meel uit de zak in een schotel doen |
2) deel van de uitdrukking: es schüttet (=es regnet stark) - het regent hard
Draußen schüttet es immer noch. - Buiten regent het nog altijd hard.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schütten (ww.) | functioneren (ww.) ; gieten (ww.) ; morsen (ww.) ; plenzen (ww.) ; presteren (ww.) ; schenken (ww.) ; stortregenen (ww.) ; uitstorten (ww.) ; verrichten (ww.) |
Schütten | postprandiaal braken |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Schütten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abkippenDE: abladenDE: ablagernDE: ausschüttenDE: deponierenDE: eingießenDE: einschenkenDE: einschüttenDE: entsorgenDE: gießen