Vertalingen Saat DE>NL
die Saat
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [zaːt] |
Verbuigingen: | Saat , Saaten |
1) Samen von Nutzpflanzen -
zaad die Saat ausbringen - het zaad over het land uitstrooien Saatgut - zaaigoed Saatkorn - zaadkorrel |
die Saat geht auf (=die gesäten Pflanzen kommen aus der Erde) - de zaden ontkiemen
|
2) das Säen -
zaaien Es wird Zeit für die Saat. - Het is tijd om te zaaien. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Saat | het zaad |
Saat | zaad ; zaaien |
Bron: Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Saat`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AussäenDE: SamenDE: Säen