Vertaal
Naar andere talen: • spritzen > ENspritzen > ESspritzen > FR
Vertalingen spritzen DE>NL

spritzen

werkw.
Uitspraak:  ʃprɪʦən]

1) jemandem eine Spritze geben medisch - injecteren
jemandem ein Medikament spritzen - iemand een medicijn injecteren

2) Flüssigkeit in Tropfen verteilen, durch die Luft bewegen - besproeien , spuiten
jemandem Wasser ins Gesicht spritzen - iemand water in het gezicht spuiten
mit Wasser spritzen - met water spuiten
jemanden nass spritzen - iemand nat spuiten

3) Gift auf Pflanzen sprühen, um Ungeziefer oder Unkraut zu vernichten - besproeien , spuiten
die Rosen gegen Blattläuse spritzen - de rozen spuiten tegen bladluis
Das Obst ist bestimmt gespritzt, wasch es gründlich. - Het fruit is vast bespoten, was het maar grondig.

4) Farbe oder Lack auf eine Oberfläche spritzen - spuiten
das Auto neu / blau spritzen - de auto opnieuw / blauw spuiten

5) in Tropfen aus etw. kommen, durch die Luft fliegen - spuiten
Blut spritzte aus der Wunde. - Het bloed spoot uit de wond.
Er fuhr durch die Pfütze, dass es nur so spritzte. - Hij reed door de plassen dat het omhoog spoot.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
spritzen (ww.) hardlopen (ww.) ; water geven (ww.) ; uitspuiten (ww.) ; tempo maken (ww.) ; steken geven (ww.) ; steken (ww.) ; spuiten (ww.) ; spetteren (ww.) ; spatten (ww.) ; rennen (ww.) ; prikken (ww.) ; opspatten (ww.) ; met water spelen (ww.) ; met spuit een medicijn toedienen (ww.) ; injecteren (ww.) ; besproeien (ww.) ; begieten (ww.)
das Spritzen gespui (znw.) ; gesproei (znw.)
Spritzen behandeling door bespuiting ; wegspatten ; uitspuiten ; stuiven ; spuitgieten ; spuiten of vernevelen ; spuiten door een opening ; spuiten ; spatting ; met koper bespuiten ; bespuiten
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `spritzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anfeuchten
DE: aufspritzen
DE: ausblasen
DE: ausspritzen
DE: befeuchten
DE: begießen
DE: benetzen
DE: besprengen
DE: bespritzen
DE: besprühen