Vertalingen Spritze DE>NL
die Spritze
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʃprɪʦə] |
Verbuigingen: | Spritze , Spritzen |
1) Gerät mit einer Nadel, mit dem man dem Körper Medikamente zuführt medisch -
spuit , injectiespuit 2) Medikament, das mit einer Spritze verabreicht wird medisch -
injectie jemandem eine Spritze geben - iemand een injectie geven eine Spritze in den Arm bekommen - in de arm worden geïnjecteerd Beruhigungsspritze - kalmeringsinjectie Betäubungsspritze - verdovingsinjectie |
3) Gerät, mit dem die Feuerwehr Brände löscht -
spuit Spritzenhaus - brandspuithuis Spritzenwagen - brandweerauto |
4) Gerät zum Versprühen von Flüssigkeiten -
spuit 5) Beutel mit einer gezackten Öffnung oder Sprühdose zum Verteilen von Sahne o. Ä. -
spuit 6) Kredit oder finanzielle Unterstützung -
injectie Die Bank wurde mit einer Milliardenspritze vom Staat gerettet. - De bank werd door de staat gered met een miljardeninjectie. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Spritze | de brandstoffen ; de geweer ; de injectie (v) ; de injectienaald ; de injectiespuit ; het injectiespuitje ; de inspuiting (v) ; de motorbrandstoffen ; het pistool ; de prik (m) ; de spuit ; het spuitje |
Spritze | injectiespuit ; spuitje ; spuitstuk ; tuinspuit |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Spritze`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BrandstoffDE: EinspritzungDE: FlinteDE: InjektionDE: InjektionsnadelDE: InjektionsspritzeDE: InjizierungDE: KnarreDE: PistoleDE: WaffeUitdrukkingen en gezegdes
DE: eine
Spritze bekommen
NL: een spuitje krijgen