Vertaal
Naar andere talen: • Sport > ENSport > ESSport > FR
Vertalingen Sport DE>NL

I der Sport

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ʃpɔrt]
Verbuigingen:  Sport(e)s

1) körperliche Tätigkeit, die man betreibt, um fit zu bleiben und Spaß zu haben - sport
regelmäßig Sport treiben - regelmatig sporten
Sportverein - sportvereniging
Freizeitsport - vrijetijdssport
Leistungssport - wedstrijdsport

2) bestimmte Tätigkeit, die man als Sport betreibt - tak
Fußball ist ein besonders bei Männern beliebter Sport. - Voetbal is vooral bij mannen een geliefde tak van sport.
Olympische Sportarten - olympische takken van sport

3) Sport als Schulfach educatie - sport
Heute Nachmittag haben wir zwei Stunden Sport. - Vanmiddag hebben wij twee uur sport.


IIa der Sportler

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ʃpɔrtlɐ]
Verbuigingen:  Sportlers , Sportler

IIb die Sportlerin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ʃpɔrtlərɪn]
Verbuigingen:  Sportlerin , Sportlerinnen

deel van de uitdrukking: sporter

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Sportde sport (m) ; trede van een ladder (znw.)
Sport knopmutatie ; sport
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Sport`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Alpinismus
DE: Alpinistik
DE: Amateursport
DE: Autosport
DE: Breitensport
DE: Denksport
DE: Einzelsport
DE: Hallensport
DE: Individualsport
DE: Kampfsport