Vertalingen Schleim DE>NL
I der Schleim
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃlaim] |
Verbuigingen: | Schleim(e)s , Schleime |
1) klebrige, zähe Flüssigkeit -
slijm den Schleim in den Lungen lösen - het slijm oplossen in de longen |
2) Brei aus gekochtem Getreide culinair -
slijm II die Schleimhaut
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʃlaimhaut] |
Verbuigingen: | Schleimhaut , Schleimhäute |
deel van de uitdrukking: slijmvlies © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Schleim | de fluim ; kwat (znw.) ; de kwijl ; de rochel (m) ; de slijm (m) ; slijmachtig speeksel (znw.) ; het speeksel ; spog (znw.) ; het spuug |
Schleim | mucus ; planteslijm ; slijm ; slijmstof |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Schleim`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: GeiferDE: QualsterDE: SabberDE: Speichel