Vertalingen Rhythmus DE>NL
I der Rhythmus
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈrʏtmʊs] |
Verbuigingen: | Rhythmus , Rhythmen |
1) Betonung eines gleichmäßigen Taktes von Musikstücken muziek -
ritme Der Schlagzeuger kam aus dem Rhythmus. - De drummer speelde uit de maat. |
2) gleichmäßiger, sich wiederholender Ablauf -
ritme Ihr Herzrhythmus beschleunigte sich. - Haar hartritme versnelde. Schlafrhythmus - slaapritme |
II rhythmisch
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: ritmisch III rhythmisch
bijwoord
deel van de uitdrukking: ritmisch rhythmisch klatschen - ritmisch klappen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Rhythmus | het ritme ; de ritmiek (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Rhythmus`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: MetrumDE: TaktDE: TempoDE: Versmaß