Vertalingen Rechen DE>NL
I der Rechen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈrɛçən] |
Verbuigingen: | Rechens , Rechen |
deel van de uitdrukking: hark II rechen
werkw.
deel van de uitdrukking: harken © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
rechen (ww.) | aanharken (ww.) ; bijeenharken (ww.) ; harken (ww.) |
der Rechen | de gritsel (m) ; de hark (m) ; de riek (m) |
Rechen | grenslaaghark ; grenslaagmuis ; hark ; krooshek ; zaag |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Rechen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: HarkeDE: HeugabelDE: MistgabelDE: zusammen rechenDE: zusammenharken