1. MWB
  2. Vertalen
  3. Quetschen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Quetschen > EN • Quetschen > ES • Quetschen > FR
Vertalingen Quetschen DE>NL

quetschen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkvɛʧən]

1) mit Druck oder Gewalt irgendwohin bewegen - persen , drukken
Er wurde im Gedränge gegen die Wand gequetscht. - Hij werd in het gedrang tegen de muur gedrukt.
An der Haltestelle wollten sich noch mehr Leute in den überfüllten Bus quetschen. - Bij de bushalte wilden nog meer mensen zich in de overvolle bus persen.

2) einklemmen und verletzen medisch - (plat)drukken
jemandem / sich die Finger in der Tür quetschen - iemand met zijn / met zijn vingers tussen de deur komen
Quetschwunde - kneuzing

3) beim Zubereiten zerdrücken - persen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
quetschen (ww.) kaatsen (ww.) ; uitpersen (ww.) ; persen (ww.) ; leegknijpen (ww.) ; kwetsen (ww.) ; krenken (ww.) ; knijpen (ww.) ; knellen (ww.) ; klemmen (ww.) ; indeuken (ww.) ; een deuk maken in (ww.) ; drukken (ww.) ; butsen (ww.)
das Quetschenhet kneuzen
Quetschen afplatten ; samenpersen ; pletten ; kneuzen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Quetschen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufprallen
DE: auspressen
DE: einbeulen
DE: klemmen
DE: knellen
DE: knicken
DE: pressen
DE: schaden
DE: sich verwunden
DE: sichverwunden