Vertaal
Naar andere talen: • Plan > ENPlan > ESPlan > FR
Vertalingen Plan DE>NL

I der Plan

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [plaːn]
Verbuigingen:  Plan(e)s , Pläne

1) eine Vorstellung davon, was man tun will - plan
ein teuflischer Plan - een duivels plan
konkrete Pläne haben - concrete plannen hebben
jds Pläne durchkreuzen - iemands zijn plannen doordrukken
uitdrukking Pläne schmieden

2) schriftliche Liste mit vorgesehenen Aufgaben, Ereignissen usw. und den dazu gehörigen Zeiten - plan
Alles verläuft nach Plan. - Alles verloopt volgens plan.
Hast du schon den Dienstplan / Fahrplan studiert? - Heb je het dienstrooster / dienstregeling al bekeken?
den Zeitplan einhalten - het tijdschema aanhouden
uitdrukking jemanden auf den Plan rufen
uitdrukking auf dem Plan stehen

3) Zeichnung davon, wie etw. gebaut ist / werden soll - plan
Baupläne zeichnen - bouwplannen tekenen

4) geografische Karte - kaart
Lageplan - plattegrond
Stadtplan - stadsplattegrond


II planen

werkw.
Uitspraak:  [ˈplaːnən]

1) deel van de uitdrukking: plannen
Was hast du am Wochenende geplant? - Wat heb je voor het weekend gepland?
Sie planen, nächstes Jahr eine Kreuzfahrt zu machen. - Zij zijn van plan om volgend jaar een cruise te gaan doen.

2) deel van de uitdrukking: plannen
eine Reise sorgfältig planen - een reis zorgvuldig plannen

3) deel van de uitdrukking: plannen
Gebäude und Straßen planen - gebouwen en wegen plannen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Plande plattegrond ; het voornemen ; de toeleg (m) ; de tekening (v) ; schetstekening (znw.) ; de schets ; het schema ; het rooster ; het project ; het plan ; het ontwerp ; de landkaart ; de kaart
Plan bovenaanzicht ; tekening ; plan ; ontwerp van de gebouwen
Bronnen: Antiquarian Dictionary; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Plan`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Absicht
DE: Arbeitsplan
DE: Bestreben
DE: Darstellung
DE: Dienstplan
DE: Diplomatie
DE: Ebene
DE: Entwurf
DE: Gradation
DE: Grundriß

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: auf dem Plane erscheinen NL: verschijnen, voor de dag komen
DE: auf den Plan rufen NL: in het strijdperk doen treden, doen verschijnen